Pagina's

maandag 12 oktober 2009

Fashionstory: een kakikleurig mantelpakje

Lieve lezer,

Al eerder hebben jullie kunnen lezen over welke herinneringen een bepaald kledingsstuk bij mij kan oproepen. Dit verhaal gaat over mijn allereerste mantelpakje. Voor mij is dit het meest persoonlijke verhaal dat ik tot nu toe met jullie heb gedeeld. En toch valt het me niet zwaar. Misschien schrijf ik dingen van me af om zo de ruimte te krijgen voor het schrijven van nieuwe verhalen, het optekenen van nieuwe herinneringen.


Een kakikleurig mantelpakje
Mama is dood. Het is woensdagmorgen 11 februari 1987. Om vijf uur word ik wakker gemaakt uit en onrustige slaap. Ik heb vannacht nog aan haar bed gestaan. Wist niet meer wat ik moest zeggen. Misschien hoefde ik ook wel niets meer te zeggen. Ze lag daar zo stil maar toch ook zo rustig. Ze wilde niet meer leven. Ze wilde naar de hemel, naar haar Vader, de God waar ze onomstotelijk in geloofde. Ik gunde dat haar. Ze was immers zo ziek, zo verzwakt. De kanker had haar lichaam kapot gemaakt. Maar het is toch nog onverwacht als het dan ineens zo ver is. Papa vertelt dat mama dood is. Hij huilt. Ik niet. Ik kan niet huilen, heb nooit goed kunnen huilen. Ik zie hoe hij lijdt. Wil hem troosten maar vind de woorden niet.

Het wordt licht. De dag begint. Het huis stroomt vol met familie. Veel familie. Iedereen zal het vast goed bedoelen maar ik zou het liefst alleen willen zijn. Dat gaat blijkbaar niet. Er moet veel gebeuren. De begrafenisondernemer komt binnen en even daarna de dominee. Er wordt gesproken over de tekst van de rouwkaart, de advertentie, de inhoud en de liturgie van de kerkdienst. Het is te druk om iets te voelen of om ergens over na te denken. De dag vliegt voorbij. Mama wordt aangekleed en bij ons weggehaald. Ze zal worden opgebaard in het Heer Ivo huis. Ik help mee waar ik kan. Ben blij iets te doen te hebben. De laatste weken hebben immers vooral bestaan uit wachten, wachten op een einde dat onherroepelijk zou komen. We praatten er niet veel over maar we wisten het allemaal.

Ik voel me schuldig omdat ik niet wanhopig ben van verdriet, omdat ik in staat ben allerlei dingen te regelen. Ik trek me terug op mijn kamer en huil, ik wil huilen, wil iets voelen. Diep in mijn hart voel ik intussen ook iets van opluchting. Omdat het lange wachten voorbij is. Voor haar? Voor mij? Ik zeg niet wat ik voel, bang dat men mij egoïstisch vindt.

Donderdag verloopt het zelfde als de dag daarvoor. En ik wil weg. Ik wil winkelen. Over een paar dagen wordt mama begraven en ik weet niet wat ik aan moet. Ik heb niets dat past bij wat ik voel en wat ik wil laten zien. Dat klinkt als twee totaal verschillende dingen maar zo is het niet. Ik voel me deze dagen heel erg de oudste dochter, ik wil kalmte uitstralen en voel me ook zo. Ik wil geen medelijden. Van niemand.

Ik ga alleen de stad in. Geld speelt deze keer geen rol. Ik moet iets vinden dat past bij mijn stemming. Ik kom in winkels waar ik vaker spullen koop, in winkels waar ik anders nooit kom, kortom, alle winkels die Leeuwarden heeft maar vind niets. Ik voel dat de paniek toeslaat. Dan zie ik een boetiekje in de Sint Jacobstraat, een lange, smalle winkel. Ik bekijk alles zorgvuldig en als een vriendelijke verkoopster mij vraagt wat ik nodig heb, vertel ik dat ik iets nodig heb voor een begrafenis. Ik vertel niet dat mijn moeder dood is.

Ze laat me veel spullen zien, er is niets van mijn gading bij. Dan laat ze mij als laatste een linnen kakikleurig mantelpakje zien. Een rok tot op de knie, een lang, enigszins getailleerd colbert dat over mijn heupen valt. Ik kan het eigenlijk niet betalen maar als ik het aantrek, voel ik dat het goed is. Het is stijlvol maar niet te. Zakelijk maar niet te koel. De kleur is rustig, geen zwart maar dat past ook niet bij onze familie, te dramatisch. Ik besluit het te kopen maar ik ben nog niet klaar. Ik moet er nog iets onder dragen. Het zijn immers de jaren van de blouses, hooggesloten, keurig. Ik kiest voor een zeeblauwe blouse van synthetisch materiaal. Samen met zwarte pumps en huidkleurige panty’s maakt deze aankoop het plaatje dat ik in mijn hoofd heb, compleet.

Die zaterdag, twee dagen later, hebben we mama begraven. Ik ben die ochtend vroeg opgestaan. Mijn nieuwe kleren voelden koel en schoon aan, als een veilig omhulsel. Staand voor de spiegel, voel ik me rustig worden. Ik weet dat ik het aankan. Ook deze dag kom ik door. Ik zal zijn wat ik wil zijn, niet omdat een ander dat van mij verwacht maar om wat ik van mezelf verwacht. Omdat dat is wie ik ben.

Bij de kerkdienst en de begrafenis daarna waren heel veel mensen. Ook al mijn vrienden en vriendinnen. Mensen huilden, ook mensen die haar nauwelijks hadden gekend. Ik dacht waarom huilen jullie eigenlijk, jullie kennen haar immers niet. Als er al iemand mag huilen, ben ik dat wel. Maar bij mij kwamen er nauwelijks tranen. Wel keek ik zo nu en dan naar boven en vroeg me af wat mama zou denken als ze ons allemaal zo zou zien, daar boven in de hemel. Mijn mantelpakje beschermde me, zo leek het wel.

Dat mantelpakje heb ik nog lang gedragen. Het was niet ´´besmet´´ geraakt doordat ik het tijdens de begrafenis van mijn moeder had gedragen. En hoe kon dat ook, het had me immers moed gegeven. Ook wilde ik het niet bewaren als een soort relikwie of herinnering. Ik wilde verder leven. Ik heb het dus gewoon gedragen tot het bijna versleten was. Het jasje op een spijkerbroek, het rokje met andere truitjes of blouses. Uiteindelijk heb ik het jasje weg moeten gooien. Ik droeg het toen ik mijn haar liet laten kleuren en er per ongeluk een klodder haarverf op de kraag van het jasje terecht kwam waardoor de stof onherstelbaar beschadigd werd. Niemand kon er iets aan doen maar ik ben huilend naar huis gefietst nadat ik bij de kapper vandaan kwam.

Zomer 2006.
 
Ook nu voel ik weer de emotie die hoort bij dit verhaal. En dat geeft niet. Ik was geen kind meer toen maar soms toch ook nog even wel. Of ik het goed heb gedaan? ik weet het niet maar ik weet wel dat ik nog vaak even naar boven kijk om te me er even van te vergewissen dat het goed is zo.
 
Liefs,
JJ

2 opmerkingen:

Zomer65 zei

He Jellie,

gelukkig is er geen recept voor hoe je je verdriet moet uiten. De een huilt uitbundig, of met stille tranen, wordt boos en woedend of heel stil en toont niets van buiten. Zo te horen heb je je eigen weg er in gekozen, en dat is de beste.
Mij kun je op elke willekeurige begrafenis zetten en ongeacht hoe goed ik de persoon heb gekend, bij emotionele woorden of juist het ontbreken er van, kan ik als een lekkende kraan staan te huilen. Ik kan je vertellen dat als je geen goede bekende van de overledene bent dat ook behoorlijk voor een opgelaten gevoel kan zorgen...

lieve groet,

Erna

Tinus Tomeloos zei

Wat een ontroerend mooi verhaal. Je had het me in grote lijnen al eens verteld, maar om het zo te lezen is zeer indrukwekkend. En helemaal 100% Jellie. Ben heel benieuwd naar de volgende ontboezemingen in deze serie.
Write on babe!
x M